Nadat een baby, bij de geboorte, is overleden hebben ouders wel 100 vragen. De vragen die gesteld worden en de vragen die ik in hun ogen lees.
Zo niet deze nacht als ik in het ziekenhuis kom. Deze vragen hebben allen een zelfde doel. Wanneer kunnen wij naar huis? Naar de andere dochter. Naar de dochter die ervan uitgaat dat de baby nu eindelijk uit mama’s buik is en mee naar huis komt.
De dochter is bijna vier jaar en de ouders vinden, op dit moment, het nieuws dat hun baby net voor de bevalling is overleden nog erger voor de dochter dan voor hen zelf. Hoe moeten ze het aan haar vertellen? Daar hebben we het midden in die nacht over en ik kan een aantal adviezen geven.
Die nacht nog gaan ze, met baby en mijn babykoeling naar huis. Als ik de volgende dag kom, komen een aantal van de vragen aan bod, maar hebben we het vooral over de dochter en haar teleurstelling. De dochter zit met oma te kleuren en houdt alles nauwlettend in de gaten. Maar ze wil niet meepraten en zeker niet naar mij kijken. Gelukkig wil ze mij wel haar zusje laten zien, die in een kamertje naast de woonkamer ligt. Snel maakt ze me duidelijk dat alles anders is. En daarmee vertelt ze me ook dat ze heel goed begrepen heeft wat er aan de hand is. De ouders hebben het prima gedaan.
Stapje voor stapje plannen we in de dagen daarna de uitvaart. Deze wordt eenvoudig. Familie en vrienden zullen thuiskomen om afscheid te nemen. Vader, moeder en de dochter zullen de baby naar het crematorium brengen en daarna zullen ze samen eten en hopelijk heel veel over Hanne praten.
Op één van die dagen vertelt moeder dat dochter geen boosheid over het overleden zusje uit, maar niet van moeders zijde wijkt. Ze geniet van alle aandacht van iedereen die langs komt. Op een gegeven moment is moeder zo verdrietig is dat ze heel hard huilt. De dochter is al dit verdriet kennelijk zat en ze geeft haar moeder haar babypop. “Kijk”, zegt ze “Deze kan wèl huilen, en als je op dit knopje drukt dan zegt ze nog mamma ook!”